Dit artikel is gebaseerd op verschillende gesprekken met werknemers van de RUG, documenten die circuleren binnen de RUG, openbare RUG documenten en verkregen documenten die DAG vergaarde nadat zij een beroep deed op de Wet Openbaar Bestuur (Wob). Na ruim een jaar van onderzoek gaan we nu tot publicatie over.
De plannen voor een campus in Yantai mochten niet van belastinggeld betaald worden. Toen de plannen voor de campus ernstige vertraging opliepen, bleken de private inkomsten van de RUG onvoldoende. Dit onderzoek legt bloot hoe de RUG de inkomsten vergrootte en de uitgaven beperkte.
Door Jasper Been
Samenvatting:
-
Het plan om een campus in het Chinese Yantai te openen liep ernstige vertraging op. Daardoor waren de uiteindelijke kosten drie keer hoger dan begroot: 2.8 miljoen euro.
-
Deze kosten mochten van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap slechts uit private middelen betaald worden. Dit onderzoek legt bloot hoe de RUG deze private inkomsten heeft vergroot en de uitgaven heeft verkleind.
-
Privaat geld is geld dat door deelnemingen van de RUG verdiend wordt bij het uitvoeren van niet direct aan het onderwijs of onderzoek gerelateerde activiteiten, die ook door marktpartijen uitgevoerd kunnen worden. Zo vermarkt de RUG haar onderwijsadministratie systeem Progress via UOCG Market BV en ontwikkeld de universiteit patenten via de RUG Houdstermaatschappij. Het College van Bestuur van de RUG vormt de aandeelhoudersvergadering van deze bedrijven.
-
De RUG vergrootte de private inkomsten door 450,000 euro aan publieke reserves te ‘herclassificeren’ als private reserves. Uit interne communicatie blijkt dat de onderwijsinspectie scherpe kritiek heeft op deze gang van zaken: ‘dit is laveren tussen de klippen door’. De accountant heeft het herclassificeren niet wettelijk getoetst omdat het onder haar controle- en rapportagetolerantie grens valt.
-
De RUG veranderde in 2016 haar contracten met UOCG Market BV, waarna de RUG niet langer ‘winst’ maakte, maar slechts een ‘kostendekkende’ vergoeding kreeg voor haar diensten. De RUG moest hierna jaarlijks 228,400 euro uit haar publieke middelen investeren om de misgelopen inkomsten op te vangen. Ondertussen steeg de winst van UOCG Market BV flink.
-
De RUG Houdstermaatschappij had geen privaat eigen vermogen welke als dividenduitkering aan de RUG uitgekeerd kon worden. Wel had de RUG Houdstermaatschappij 1,5 miljoen euro aan liquide middelen op de balans staan. In 2017 gebruikte de RUG hier één miljoen euro van om UOCG Market BV aan te kopen. Aangezien het CvB de enige aandeelhouder is van UOCG Market BV, strijken zij dit bedrag op en gebruiken ze dit voor Yantai.
-
De RUG verkleinde haar uitgaven door een andere manier van urenregistratie te adopteren. Waar medewerkers in 2015 nog zelf hun aan Yantai bestede uren declareerden, werd hen vanaf 2016 uren toegewezen door medewerkers van het College van Bestuur. Het aantal gedeclareerde uren in 2016 halveerde ten opzichte van het aantal in 2015.
-
DAG heeft van 98 medewerkers kunnen achterhalen dat zij geen of te weinig uren hebben toegewezen gekregen voor hun medewerking aan de plannen voor de Chinese campus.
Yantai
In februari 2015 wordt Sibrand Poppema, voorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen, getipt door een Britse collega. Er staat een universiteitscampus leeg in Yantai en de Chinese stad zoekt een Europese universiteit om deze te vullen. Zes weken later tekent Poppema een intentieverklaring: de RUG zal vanaf 1 september 2017 colleges verzorgen voor uiteindelijk tienduizend studenten.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is enthousiast. Een ‘branch-campus’ kan een interessante manier zijn om het hoger onderwijs verder te internationaliseren. Wel drukt de minister de RUG op het hart: er mag geen belastinggeld naar China vloeien. Daarmee stelt de politiek dat universiteitsbesturen zelf mogen besluiten of zij een branch campus willen oprichten maar ze moeten ook zelf voor de kosten opdraaien.
De RUG wordt hierdoor verplicht om haar private middelen aan te spreken om de voorbereidingen te bekostigen. Dit is geld dat door deelnemingen van de RUG verdiend wordt bij het uitvoeren van niet direct aan het onderwijs of onderzoek gerelateerde activiteiten, die ook door marktpartijen uitgevoerd kunnen worden.[1] Veel universiteiten, waaronder de RUG, hebben bijvoorbeeld een houdstermaatschappij, waarin patenten van onderzoekers beheerd, ontwikkeld en verkocht worden. De winsten die de private deelnemingen maken kunnen als dividend uitgekeerd worden aan een universiteit, wat dan geldt al private inkomst.
Op 1 januari 2015 bedragen de private reserves ongeveer 3.2 miljoen euro.[2] Het RUG-bestuur besluit om hiervan 1 miljoen euro te reserveren voor de voorbereidingskosten. Vijf ton voor 2015 en vijf ton voor 2016.[3]
Drie jaar later hebben de plannen de 2.8 miljoen euro aan private middelen gekost.[4] Zowel in Nederland als in China liepen de voorbereidingen ernstige vertraging op. En uiteindelijk zonder succes. Begin 2018 werd duidelijk dat de Groningse universiteitsraad de plannen niet ondersteunde, waarop het RUG-bestuur de handdoek in de ring gooide.
De vertraging heeft het RUG-bestuur de nodige kopzorgen opgeleverd. Immers, initieel was voor anderhalf jaar slechts 1 miljoen euro aan voorbereidingskosten begroot. Het gehele proces kostte echter drie jaar en bijna drie miljoen euro. Dat terwijl er in 2015 slechts 3.2 miljoen euro aan private fondsen beschikbaar waren. Dit onderzoek legt bloot hoe het RUG bestuur met dit probleem is omgesprongen: een mix van het verhogen van de inkomsten en het verlagen van de uitgaven.
Vertraging
Voor de RUG was het oprichten van de Chinese rechtspersoon uiterst belangrijk. Deze rechtspersoon zou de campus gaan uitbaten en daarmee ook alle kosten dragen. Hieronder vallen ook de kosten die de RUG in Nederland maakt, en dus bij de rechtspersoon kon declareren. Met het oprichten van de rechtspersoon zouden dus de voorbereidingskosten overgedragen worden en zou de RUG geen private middelen meer hoeven aan te spreken.
Het oprichten van deze rechtspersoon is echter meerdere keren uitgesteld. Aanvankelijk werd door het RUG-bestuur gedacht aan oktober 2015, maar dit bleek al snel onhaalbaar.[5] Voordat de rechtspersoon kon worden opgericht moesten zowel het Nederlandse als het Chinese ministerie van onderwijs akkoord gaan. Dit blijkt de reden te zijn geweest voor veel van de vertraging.
De Chinezen konden bijvoorbeeld niet akkoord gaan met een bepaling in de Nederlandse wet, die stelde dat voor een Nederlands diploma minimaal 25 procent van het onderwijs in Nederland gevolgd moest worden.[6] De Nederlandse wet moest dus veranderen. In september 2015 mailt het ministerie van OCW een planning naar de RUG waarin dit medio 2016 geregeld zou zijn.[7] Het RUG-bestuur verplaatste de verwachte oprichtingsdatum van de Chinese rechtspersoon naar 1 september 2016.[8]
Naast de verandering in de Nederlandse wet, moet ook het Chinese ministerie van onderwijs de aanvraag voor de branch campus goedkeuren. Ook hier treedt ernstige vertraging op. Verwacht werd dat deze goedkeuring in april 2016 afgegeven zou worden, maar dit bleek onhaalbaar.[9] De rector van de RUG geeft in een vergadering van de universiteitsraad aan dat de aanvraag pas op 1 maart werd verstuurd, waarna pas in de zomer een reactie zou komen. Om onduidelijke redenen werd dit al snel verplaatst naar september 2016.[10]
Ondertussen schiet het ook in Nederland niet op. In december 2015 stuurt een ambtenaar van de RUG een bezorgde e-mail naar het Ministerie van OCW waarin hij aandringt om vaart te maken met de wetswijziging.[11] Twee maanden later volgt eenzelfde mail waarin wordt gesproken over ‘verontrustende geluiden’ met betrekking tot het tempo van de wetswijziging.[12] Het ministerie laat weten dat de wijziging uitgesteld is naar eind 2016.[13] Ook eind 2016 blijkt echter onhaalbaar: uiteindelijk stemt de Tweede Kamer pas in februari 2017 in met de wetswijziging.
Al die tijd geven ook de Chinezen geen toestemming. De RUG hoopt dat deze komt wanneer de Groningse universiteitsraad instemt met de plannen. Nadat de universiteitsraad instemmingsrecht heeft gekregen, staat de stemming gepland voor augustus 2017. Het RUG-bestuur geeft aan instemming in augustus te willen, zodat de voorbereidingskosten bij de nieuwe rechtspersoon gedeclareerd kunnen worden.[14] Voor een deel van de universiteitsraad is dit echter nog steeds te snel: nog niet alle informatie zou op tafel liggen. De stemming wordt uitgesteld maar zal uiteindelijk nooit plaatsvinden. In januari 2018 blijkt dat er in de universiteitsraad geen meerderheid te vinden is die zal instemmen met de plannen. Het RUG-bestuur besluit de aanvraag in te trekken.[15]
De voorbereidingen hebben dus ruim twee jaar vertraging opgelopen. Dit heeft grote invloed gehad op de voorbereidingskosten.[16] Deze zijn bijna drie maal groter uitgevallen dan begroot. In 2015 wordt bijna anderhalf keer zoveel uitgegeven dan begroot en in 2016 wordt de begroting nog eens met drie en een half ton overschreden. Voor 2017, een jaar waarvan de RUG niet verwachtte nog te moeten betalen voor de voorbereidingskosten, werd nog eens anderhalf miljoen euro begroot. Daarmee lopen de totale kosten op richting het totaal aan private reserves van de RUG op 1 januari 2015: 2.8 miljoen euro. De vraag is: hoe heeft de RUG dit kunnen betalen?
Uitgaven aan Yantai[17]
2015 756
2016 859
2017 1208
Het verhogen van de inkomsten: UOCG Market BV
Private activiteiten van onderwijsinstellingen zijn activiteiten die niet direct aan het onderwijs of onderzoek gerelateerd zijn en ook door marktpartijen uitgevoerd kunnen worden. Winst van deze bedrijven of de opbrengsten van verkoop van een van deze bedrijven, vloeit door middel van uitkeringen van dividend terug naar de RUG. Deze uitkeringen worden bestempeld als private inkomsten en mogen uitgegeven worden aan bijvoorbeeld het openen van een campus in Yantai. De miljoen euro die de RUG in 2015 verwachtte te zullen maken voor de voorbereidingskosten, zouden gefinancierd worden uit de dividenduitkeringen van UOCG Market BV.[18]
UOCG Market BV
UOCG Market BV is een van de bedrijven waar de RUG 100% aandeelhouder van is, en waar de aandeelhoudersvergadering dus gevormd wordt door de leden van het CvB van de RUG. Het is een door de RUG opgericht bedrijf met als doel om haar administratiesysteem Progress te vermarkten. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld hogescholen als Stenden en Fontys gebruik maken van het systeem. Naast het vermarkten van Progress, goed voor ongeveer 80% van de omzet, heeft UOCG Market BV een andere kernactiviteit.[19] Scholieren uit Noord-Nederland kunnen via UOCG Market BV bij de RUG examentrainingen volgen.[20]
Zoals te zien in de tabel hieronder maakt UOCG Market BV ongeveer twee ton winst per jaar. Dit zorgde ervoor dat het eigen vermogen van de BV sinds 2008 sterk is gegroeid, waardoor er sinds 2012 dividend uitgekeerd kon worden. In totaal is er ruim 1.25 miljoen euro aan dividend uitgekeerd aan de RUG.
Kengetallen UOCG Market BV. Alle getallen x1000 euro.[21]
Jaar | Dividenduitkering | Eigen vermogen | Resultaat | Resultaat zonder dividenduitkering |
2010 | 0 | 475 | 197 | 197 |
2011 | 0 | 688 | 213 | 213 |
2012 | 150 | 782 | 94 | 244 |
2013 | 100 | 855 | 73 | 173 |
2014 | 200 | 853 | -3 | 197 |
2015 | 400 | 498 | -354 | 46 |
2016 | 260 | 401 | -97 | 163 |
2017 | 150[22] | 728 | ? | ? |
In de ‘Yantai-jaren’ 2015, 2016 en 2017 keerde UOCG Market BV 810,000 euro aan dividend uit, wat ten goede kwam aan de private inkomsten van de RUG. Dit ging vanzelfsprekend ten koste van het eigen vermogen van UOCG Market BV. Dat het eigen vermogen van de BV in 2017 weer toeneemt is opvallend, maar daarover later meer. Eerst moeten we het hebben over de ‘pre-Yantai’ dividenduitkeringen uit 2012, 2013 en 2014.
Herclassificeren
In deze jaren bestond er bij de RUG namelijk nog niet zoiets als ‘private inkomsten’. De 450,000 euro aan dividend van UOCG Market BV vloeide in deze jaren simpelweg in de algemene, publieke, reserve. Toen de RUG in 2015 private inkomsten nodig had besloot de RUG toch een beroep te willen doen op deze dividenden. Immers, de RUG had een miljoen euro aan voorbereidingskosten begroot en de dividenden van UOCG Market BV moesten hiervoor zorgen.
De RUG besloot om in de jaarrekening van 2015 de pre-yantai dividenden te ‘herclassificeren’ als private inkomsten. De RUG voegde op haar balans een post ‘bestemmingsreserve privaat’ toe, en vulde deze met 450,000 euro aan algemene reserves. De RUG noemt het herclassificeren een ‘presentatiewijziging’.[23]
Herclassificeren van eigen vermogen[24]
Of het herclassificeren van publieke naar private reserves legaal is blijft onduidelijk. De accountant van de RUG besteedde in zijn analyse van de jaarrekening van 2015 aandacht aan Yantai. De accountant schrijft echter dat hij het herclassificeren van eigen vermogen niet juridisch getoetst heeft omdat het totale bedrag onder zijn gehanteerde controle- en rapportagegrens ligt.[25]
In 2016 en 2017 deed de onderwijsinspectie onderzoek naar de private middelen van de RUG. Ambtenaren van de onderwijsinspectie merkten de constructie op en schreven dat dit ‘laveren tussen de klippen door is.’[26] ‘Als gelden eenmaal zijn geclassificeerd als publiek, dan kunnen ze een tijdje later niet worden overgeboekt en van kleur verschieten naar privaat.’ Ook het argument dat het bedrag voor de accountant lager is dan de controle- en rapportagetolerantie wordt ‘niet echt sterk’ genoemd. ‘Het duidt erop dat ook de accountant niet goed weet hoe hiermee om te gaan,’ aldus de ambtenaar van de onderwijsinspectie.
De onderwijsinspectie
De inspectie van het onderwijs deed dus onderzoek naar de private bekostiging van de aanloopkosten van de branch campus in Yantai. Zij concludeerde dat het aannemelijk is dat de aanloopkosten tot en met 2017 zijn gefinancierd uit private middelen van de RUG.[27] Vicevoorzitter van het College van Bestuur, Jan de Jeu, stelde dat de discussie met de inspectie ging over de vraag in hoeverre private activiteiten van de RUG met publieke middelen tot stand zijn gebracht.[28] De inspectie concludeerde uiteindelijk dat de activiteiten van de RUG een privaat karakter hebben.[29] Dit betreft echter een zeer nauwe hoofdvraag: publieke investeringen in private activiteiten die nog niet zijn terugverdiend, en dus eventueel uitgekeerd kunnen worden als privaat geld, is slechts één manier waarop publiek geld zou kunnen weglekken.
Ook de periode die dit onderzoek omvat verschilt met die van de onderwijsinspectie. Hoewel het ambtsbericht dateert van augustus 2017, valt uit de stukken van de onderwijsinspectie, verkregen op basis van een beroep op de wet openbaarheid van bestuur, op te maken dat de inspectie haar conclusies baseert op de jaarrekening van 2015 en de daarbij behorende stukken.[30] Wat betreft UOCG Market BV wordt het echter pas in 2016 interessant. Over het volgende schrijft de onderwijsinspectie niet in haar dossier.[31]
Schuiven met geld
Dat komt omdat de dividenduitkering niet de enige geldstroom is tussen het bedrijf en de RUG. Om Progress te kunnen vermarkten is een ingewikkelde financiële constructie opgetuigd. Door middel van een dienstverleningsovereenkomst kan UOCG Market BV gebruik maken van de licentie van Progress en deze zo verkopen aan onderwijsinstellingen. Een van deze instellingen is de RUG, die per ingeschreven student een gereduceerd tarief betaalt voor het gebruik van Progress.[32] Zo bestaan er dus, naast een jaarlijkse dividenduitkering, ook zakelijke geldstromen. Tot en met 2016 betaalde UOCG jaarlijks 848,000 euro aan de RUG en de RUG jaarlijks circa 500,000 euro aan UOCG Market BV.[33]
Eind december 2015 werd er een dienstverleningsovereenkomst getekend tussen UOCG Market BV en de RUG waarmee de originele overeenkomst uit 2008 werd geupdate.[34] Deze overeenkomst verschilt weinig van haar voorganger, en ook de daaraan verbonden kosten verschillen niet.[35] Een paar maanden later echter, in mei 2016, toen inmiddels was gebleken dat de voorbereidingen van Yantai vertraging hadden opgelopen, werden er al nieuwe afspraken opgesteld.[36] Het CvB van de RUG besloot UOCG Market BV te ‘verzelfstandigen’ zodat de aandelen verkocht konden worden aan een derde partij.[37] Opvallend is dat de RUG op het moment dat deze afspraken gemaakt werden geen zicht had op een kopende partij, wat zij zelf als een risico aanduidde.[38] Op deze zaken komen we later terug. Eerst bespreken we de inhoud van de nieuwe afspraken.
De nieuwe dienstverleningsovereenkomst blijkt namelijk nadelig te zijn voor de RUG. UOCG Market BV betaalde tot en met 2016 nog jaarlijks een lumpsum van 848,000 euro voor de diensten die uitgevoerd werden door het ESI, een afdeling van de RUG.[39] In het beleidsstuk staat dat het ESI hier ‘winst’ op maakte, waarmee zij een aantal projecten of het gebied van informatietechnologie kon financieren.[40] Vanaf 2017 ontving het ESI, vanwege de nieuwe dienstverleningsovereenkomst, echter nog slechts ‘kostendekkende’ middelen, in totaal 538,000 euro per jaar.[41] Het ESI liep hierdoor ruim twee ton aan inkomsten mis waarmee zij haar projecten financierde. Het CvB besluit de misgelopen 228,400 euro per jaar structureel toe te voegen aan de inkomsten van ESI.[42] Deze 228,400 komt uit de Universitaire Beleidsruimte, dat gevuld wordt met belastinggeld.[43]
De passage uit de RUG begroting voor 2018.[44]
Wat is hiervan het gevolg? Broekzak vestzak zou je denken, omdat de RUG eigenaar is van UOCG Market BV. Maar in dit geval ligt het anders. Geld dat bij de RUG op de plank ligt is publiek en mag dus niet aan Yantai uitgegeven worden. Geld dat bij UOCG Market BV verdiend (of niet uitgegeven) wordt, is privaat, en kan na een dividenduitkering dus wel aan Yantai uitgegeven worden. Met de nieuwe dienstverleningsovereenkomst bespaart UOCG Market BV jaarlijks 228,400 euro. Hierdoor wordt de RUG gedwongen om jaarlijks 228,400 euro aan belastinggeld toe te voegen aan de begroting van haar afdeling ESI.
Hiernaast besloot het RUG-bestuur in het najaar van 2017 om de examentrainingen van UOCG Market BV te verkopen. Uit de jaarrekening van UOCG Market BV blijkt dat deze trainingen een structurele bron van inkomsten waren voor UOCG Market BV, goed voor bijna de helft van de jaarlijkse winst.[45] De verkoopprijs van de examentrainingen blijft onduidelijk.
De besparing en de inkomsten uit de verkoop zijn terug te zien in de resultaten van UOCG Market BV. Onderstaande tabel geeft de kengetallen van UOCG Market BV weer. Te zien is dat UOCG Market BV jaarlijks een winst maakt dat schommelt rond de twee ton. In 2017 echter, stijgt deze winst naar 477,000 euro. Tevens groeit het eigen vermogen, ondanks een forse begrote dividenduitkering, met ruim drie ton tot 728,000 euro.
Kengetallen UOCG Market BV. Alle getallen x1000.
Jaar | Dividenduitkering | Eigen vermogen | Resultaat | Resultaat zonder dividenduitkering |
2010 | 0 | 475 | 197 | 197 |
2011 | 0 | 688 | 213 | 213 |
2012 | 150 | 782 | 94 | 244 |
2013 | 100 | 855 | 73 | 173 |
2014 | 200 | 853 | -3 | 197 |
2015 | 400 | 498 | -354 | 46 |
2016 | 260 | 401 | -97 | 163 |
2017 | 150 | 728 | 327 | 477 |
Verkoop van UOCG Market BV
De verzelfstandiging van UOCG Market BV had tot doel dat de RUG haar aandelen kon vervreemden. Op deze manier zou worden bereikt dat ‘er een duidelijke en eenduidige opdrachtgever – leveranciers verhouding ontstaat’.[46] Medewerkers van de RUG werd verteld dat de BV verkocht zou worden aan een grotere partner met kennis en ervaring op het gebied van ICT en onderwijsadministratie.[47]
In 2017 verkocht de RUG haar aandelen in UOCG Market BV.[48] Dit deed zij echter niet aan een grotere partner met kennis en ervaring op het gebied van ICT en onderwijsadministratie. De RUG verkocht haar aandelen aan de RUG Houdstermaatschappij. Juist, de andere private dochter van de RUG, waarvan het CvB van de RUG 100% aandeelhouder is.
Daarmee lijkt de RUG geen van de doelen van de verzelfstandiging van UOCG Market BV te hebben gehaald. Je kunt je zelfs afvragen of UOCG Market BV überhaupt verzelfstandigd is, nu zij nog steeds onder de zeggenschap valt van het College van Bestuur. Ook is het hierdoor onduidelijk geworden waarom de nieuwe afspraken (die UOCG Market BV 228,400 euro per jaar opleveren), nodig waren.
De vraag is dus: waarom verkoopt het RUG-bestuur haar aandelen aan zichzelf? Het antwoord ligt in de behoefte aan private middelen. Tot 2017 kwamen de private inkomsten van de RUG uit dividenduitkeringen van UOCG Market BV en schenkingen van stichting AOG. Voor 2017 begrote de RUG één miljoen euro aan private inkomsten uit de RUG Houdstermaatschappij.[49]
Uit de jaarrekening van de Houdstermaatschappij en de RUG valt af te leiden dat zij dit echter niet kon doen door middel van een dividenduitkering. In 2017 had de Houdstermaatschappij een eigen vermogen van 5.5 miljoen euro.[50] Echter, ruim 5.4 miljoen hiervan bestaat uit ‘gestort en opgevraagd kapitaal’, vermogen dat ooit is ingelegd door de RUG. Dit geld kon dus niet uitgekeerd worden als privaat.[51]
Hier komt de aankoop van UOCG Market BV in beeld. Want hoewel de Houdstermaatschappij dus niet over privaat eigen vermogen beschikt, valt uit haar resultaten af te leiden dat zij wel ruim anderhalf miljoen euro aan liquide middelen heeft. De Houdstermaatschappij heeft hier een miljoen euro van gebruikt om de aandelen in UOCG Market BV van het RUG-bestuur over te kopen. Deze aankoop heeft geen gevolgen voor het eigen vermogen van de Houdstermaatschappij omdat de activiteit volledig aan de activakant van de balans plaatsvindt: de liquide middelen gaan omlaag en de vaste activa schieten omhoog. Op deze manier heeft het RUG-bestuur, hoewel er geen privaat eigen vermogen aanwezig was, een omweg gevonden waarmee een verkapte dividenduitkering gedaan kon worden ter waarde van één miljoen euro.
Tot zover de manieren waarop het RUG-bestuur de private inkomsten heeft weten te verhogen.
Het verlagen van de kosten: Urenregistratie
Om te waarborgen dat er geen belastinggeld aan de voorbereiding van Yantai werd besteed, sprak de RUG met het ministerie van OCW af om haar voorbereidingskosten volledig te dekken uit private middelen.[52] Voor het ministerie was het daarom belangrijk dat de publieke en private activiteiten en gelden gescheiden bleven in alle administratieve processen.[53]
Omdat het RUG-medewerkers waren die de voorbereidingen voor de campus troffen, werden zij vanaf begin 2015 verplicht om hun uren te declareren. Zo werden hun uren waarin zij voor de RUG werkten gescheiden van hun ‘Yantai-uren’. Deze laatsten konden zo gecompenseerd worden door private middelen.
Bij de universiteitsraad van de RUG heerst al geruime tijd het idee dat er wat aan de hand is met de urenregistratie. In een vergadering van de universiteitsraad van januari 2017 meldde hoogleraar Natuurkunde Olaf Scholten dat hem ter ore is gekomen dat er druk wordt uitgeoefend op medewerkers om aan Yantai besteedde uren niet te declareren.[54] In mei 2018 stelde Scholten dat er geruchten rondzingen binnen de universiteit dat het aantal gedeclareerde uren met een factor 2 of 3 verschilt met de werkelijk gemaakte uren.[55] Ook de Raad van Toezicht is in twee verschillende overleggen met de universiteitsraad in 2017 en 2018 op de hoogte gesteld van deze zorgen. Zij ontvingen ook een rapport van een commissie die namens de universiteitsraad duidelijkheid probeerde te krijgen over de campus in Yantai. Daarin stond de volgende passage:
In principe worden de inspanningen van RuG personeel vergoed op basis van een integrale kosten berekening (full-cost). Binnen de universiteit is het echter problematisch een juiste urenregistratie te voeren, deels omdat werk in verschillende categorieën kan vallen, deels omdat over het algemeen veel meer dan het officiële aantal uren per week wordt gewerkt. Hierdoor kan er makkelijk druk op individuele werknemers worden uitgeoefend het aantal te declareren uren voor UGY laag te houden als dit onderhandelingstechnisch beter uitkomt.[56]
Heeft de RUG druk uitgeoefend op individuele werknemers om gemaakte uren voor Yantai niet te declareren? Hoewel deze signalen wel bij de universiteitsraad zijn binnengekomen, is zoiets moeilijk te bewijzen. Wel is een duidelijke verandering in de wijze van declareren te zien, die het declareren van uren bemoeilijkte.
In 2015 declareerden RUG medewerkers hun uren zelf via een uren-registratiesysteem van de RUG.[57] Zo konden zij zelf hun gemaakte uren boeken en werd met hun uurloon de integrale kosten berekend. Vanaf 2016 veranderde de wijze van urenregistratie.[58] Niet langer declareerden RUG-medewerkers hun uren zelf, maar werden hun uren jaarlijks achteraf ‘toegekend’ door centrale medewerkers op basis van deelname aan bepaalde werkgroepen of reizen. In de brief die medewerkers hierover eind 2016 ontvingen noemde de RUG dit een ‘handreiking om administratieve handelingen voor afzonderlijke projectdeelnemers te voorkomen’.[59] Medewerkers werd gevraagd om akkoord te gaan met de toekenning door deze voorzien van een handtekening te retourneren.
Opvallend is natuurlijk dat deze verandering samenvalt met de noodzaak om op kosten te besparen. Bij de RUG werd in 2016 immers duidelijk dat de vertraging tot hogere kosten ging leiden. In haar verantwoording voor de gemaakte voorbereidingskosten van 2016 stelt de RUG daarover het volgende:
Initieel was de planning dat op dat moment [1 september 2016] de nieuwe rechtspersoon in Yantai zou zijn opgericht. De voorbereidingsfase zou dan zijn afgerond en de kosten vanuit de RUG (in feite dan lopende exploitatiekosten) worden dan gedekt door de nieuwe rechtspersoon. Het hele proces is vertraagd, waardoor de voorbereidingsfase langer doorloopt. Door het CvB van de RUG is op dat moment besloten om alleen de noodzakelijke voorbereidingskosten te maken om het proces verder te helpen, bijvoorbeeld dus kosten door het bureau (verdere juridische voorbereidingskosten bijvoorbeeld).[60]
Uitgaven aan personele kosten Yantai[61]
2015 566k
2016 510k
2017 767k
Het CvB heeft de voorbereidingskosten dus proberen te verlagen door alleen de noodzakelijke kosten nog te maken. Dit is te zien in de urenregistratie. In 2015 zijn bijna twee keer zoveel uren (6421) gedeclareerd dan in 2016 (3309).[62] Dat de personele kosten in 2016 toch net zo hoog zijn als in 2015 is voor een belangrijk deel te verklaren door het aanstellen van een fulltime projectleider aan het eind van 2015.
Tabel gedeclareerde/toegeschreven uren
2015 6421
2016 3309
2017 2772
Toch blijft de halvering van het aantal gedeclareerde uren opvallend. Want hoewel dit veroorzaakt kan worden door het terugschroeven van het aantal uren, kan ook de veranderde systematiek van declareren een rol spelen. Waar RUG medewerkers in 2015 nog gemiddeld 189 uur voor Yantai declareerden, daalde dit in 2016 tot slechts 45 uren.[63]
Een goed voorbeeld van deze terugval is het aantal uren dat gedeclareerd werd door de leden van het College van Bestuur. Waar zij in 2015 nog gemiddeld 152 uur aan Yantai besteedden daalde dit in 2016 en 2017 tot rond de veertig. Deze aantallen lijken onrealistisch. In de universiteitsraad meldde het CvB bijvoorbeeld al eens dat zij wekelijks zou overleggen met de decanen van de faculteiten waarvan opleidingen in China aangeboden zouden worden.[64] Voor deze overleggen hebben de leden van het CvB geen uren toegekend gekregen.
Uren leden cvb[65]
2015 | 2016 | 2017 | |
Poppema | 212 | 55 | 35 |
Sterken | 176 | 15 | 47 |
De Jeu | 168 | 67 | 35 |
Totaal | 456 | 137 | 117 |
Om duidelijkheid te verschaffen heeft DAG geprobeerd om onderzoek te doen naar de medewerkers die uren gemaakt hebben in de voorbereiding van Yantai en die niet terug te vinden zijn op de urenlijsten. Door middel van openbare informatie, gesprekken met medewerkers en de resultaten van ons beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur, heeft DAG van 72 medewerkers weten te achterhalen dat zij aan de voorbereidingen van Yantai hebben meegewerkt, maar dat deze niet terugkomen in de urenregistratie van de RUG. Van 26 medewerkers (exclusief de leden van het CvB) is te achterhalen dat zij meer uren aan Yantai besteed hebben dan dat er terug komen in de urenlijsten. Deze medewerkers zijn bijvoorbeeld auteur van beleidsdocumenten, deden onderzoek naar Yantai, of waren aanwezig bij bijeenkomsten over Yantai. Toch staan deze medewerkers niet op de urenlijsten of kregen zij voor deze specifieke diensten geen uren toegewezen. Vanwege de privacy van deze medewerkers gaat DAG verder niet in op wie dit zijn.
[1] Reactie RUG op vragen Onderwijsinspectie WOB
[4] Jaarverslag RUG 2015, 2016 en 2017.
[5] Planvorming RUG-campus Yantai Rol medezeggenschap
[6] https://www.ukrant.nl/yantai-wet-versneld-behandeld/
[7] gedigitaliseerde documenten WOB Yantai p. 12
[8] Memo mutaties bestemmingsreserve privaat Yantai 2016 WOB
[9] http://archief.ukrant.nl/nieuws/promovideo-voor-campus-yantai
[10] https://www.ukrant.nl/zware-delegatie-yantai/
[11] gedigitaliseerde documenten WOB Yantai p.89
[12] gedigitaliseerde documenten WOB Yantai p.96
[13] gedigitaliseerde documenten WOB Yantai p. 98
[14] Notulen universiteitsraad 18 mei 2017
[15] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/groningse-universiteit-ziet-toch-af-van-omstreden-campus-in-china-onvoldoende-draagvlak-~b2d59e82/
[16] https://www.ukrant.nl/yantai-kost-een-miljoen-meer/ 16 februari 2017 http://www.dvhn.nl/groningen/Dralen-met-Yantai-kost-RUG-geld-22223471.html 18 mei 2017
[17] Jaarverslagen RUG 2015,2016 en 2017
[18] WOB Onderwijsinspectie, p. 114
[19] Memo privaat enkelvoudig vermogen 2015 RUG WOB
[20] Verslag Commissie bestuur 19 oktober 2017
[21] Reactie RUG op vragen Onderwijsinspectie WOB, jaarrekeningen UOCG Market BV, jaarrekeningen RUG
[22] Getal komt uit begroting voor 2017. Uit jaarverslag is niet de uiteindelijke hoogte van dividenduitkering op te maken.
[23] Memo privaat enkelvoudig vermogen 2015 RUG WOB
[24]Memo privaat enkelvoudig vermogen 2015 RUG WOB
[25] WOB Onderwijsinspectie, p. 2
[26] WOB Onderwijsinspectie p. 3
[27] WOB Onderwijsinspectie p. 120
[28] Notulen Commissie Middelen 19-05-2016
[29] WOB Onderwijsinspectie p. 131
[30] WOB Onderwijsinspectie p. 65
[32] Reactie RUG op vragen Onderwijsinspectie WOB
[33] Antwoord RUG op vragen DAG
[34] Dienstverleningsovereenkomst 2015 WOB
[35] Dienstverleningsovereenkomst 2008 WOB
[36] Dienstverleningsovereenkomst 2016 WOB
[37] Verzelfstandiging UOCG Market BV WOB p.1
[38] Verzelfstandiging UOCG Market BV WOB p.3
[39] Antwoord RUG op vragen DAG
[40] Verzelfstandiging UOCG Market BV WOB p.3
[41] Antwoord RUG op vragen DAG
[43] Het verschil is te verklaren doordat UOCG Market BV één medewerker in dienst heeft genomen en de kosten voor enkele licentie op zich heeft genomen. Dit zijn in totaal 81,600 euro aan kosten.
[45] WOB Onderwijsinspectie p. 98
[46] Verzelfstandiging UOCG Market BV WOB p. 2
[47] Verzelfstanding UOCG Market BV WOB p. 3
[49] Begroting voorbereidingskosten Yantai 2017 WOB 5 begroting voorbereidingskosten Yantai 2017
[50] Jaarrekening RUG Houdstermaatschappij 2017, verkregen via de Kamer van Koophandel
[51] Jaarrekeningen RUG Houdstermaatschappij, verkregen via de Kamer van Koophandel
[52] WOB Onderwijsinspectie p. 3
[53] gedigitaliseerde documenten WOB Yantai
[54] Notulen Commissie Middelen 19-01-2017
[55] Notulen Commissie Middelen 24-05-2018
[56] Eindrapport Yantaicommissie Scholten
[57] Memo bij verantwoording kosten Yantai 2015 WOB
[58] Urenregistratie Yantai 2016, Urenregistratie Yantai 2017
[59] Urenregistratie Yantai 2016
[60] Memo mutaties bestemmingsreserve privaat Yantai 2016 WOB
[61] Memo bij verantwoording kosten Yantai 2015 WOB, Memo mutaties bestemmingsreserve privaat Yantai 2016 WOB, Urenregistratie Yantai 2016, Urenregistratie Yantai 2017, RUG jaarverslag 2017.
[62] Urenregistratie Yantai 2016, Memo bij verantwoording kosten Yantai 2015 WOB
[63] In 2015 werd er gemiddeld 6421/34: 189 uur per persoon gedeclareerd. In 2016 was dit 3309/74: 45 uur per persoon.
[64] Notulen universiteitsraad 23 november 2017
[65] Memo bij verantwoording kosten Yantai 2015 WOB, Memo mutaties bestemmingsreserve privaat Yantai 2016 WOB, Urenregistratie Yantai 2016, Urenregistratie Yantai 2017
Pingback: Ging er toch belastinggeld via de Rijksuniversiteit Groningen naar China? - Puur Nieuws
Pingback: Hoe de RUG uit angst voor schadeclaims doorwerkt aan Chinese branchcampus | Democratische Academie Groningen