De huidige studentenvertegenwoordiging aan de RUG gelooft dat het niet aan studenten is om de universiteit fundamenteel te veranderen. Zij fungeert meer als een consumentenbond dan als een politieke partij. Door zichzelf te legitimeren aan de hand van het feit dat studenten collegegeld betalen, als een klant die waar voor zijn geld wil, reduceren Lijst Calimero en SOG studenten tot consumenten. De fundamentele waarden die essentieel zijn voor een universiteit worden daarmee niet verdedigd.
Door Remco van der Meer
Laten we voorop stellen dat het lovenswaardig is dat studenten met de beste bedoelingen plaats hebben genomen in de Groningse universiteitsraad, en dat we de huidige studentenvertegenwoordigers dankbaar zijn voor hun inzet. Maar het studentenbelang wordt nu niet daadwerkelijk behartigd. Wat stopcontacten in de bibliotheek, of “het verlagen van de transactiekosten bij het opwaarderen van je printtegoed”, om eens een greep te doen uit een partijprogramma is handig, maar oppervlakkig: het studentenbelang gaat veel verder en dieper dan dat. Door zich op dit soort oppervlakkige zaken te richten is er al voordat de discussie begint een impliciete overeenstemming met de visie van universiteitsbestuurders: dat de studentenmening niet belangrijk is. Echte politiek gaat om wie gehoord mag worden, wiens woorden ertoe doen. Dát is de politieke strijd die studenten moeten voeren.
De fundamentele waarden van een universiteit
Daarom vindt De Democratische Academie Groningen het nodig om deel te nemen aan de universiteitsraadverkiezingen. In tegenstelling tot het college van bestuur en de huidige UR-partijen willen wij dat studenten het niet alleen over praktische onbenulligheden hebben, maar over fundamentele waarden. Wij willen het hebben over een visie op wat de universiteit is, wat haar taak in een samenleving is.
Dat vereist een idee van wat het betekent om een student te zijn, of een wetenschapper. Iedereen wil “goed onderwijs” en “betere voorzieningen”, maar of iets een verbetering is hangt af van de meetlat die je gebruikt. Nu is dat vaak, bedoeld of onbedoeld, de meetlat van het rendement, de efficiëntie, de groei en de arbeidsmarkt, pardon, de ‘career transition’. Deze onderliggende opvattingen en waarden bepalen op de lange termijn wat er met een universiteit gebeurt. Daarom zijn ze te belangrijk om in handen te laten van een klein clubje ambtenaren en bestuurders.
DAG wil dat die onderliggende waarden, zoals ze nu bestaan in het universiteitsbeleid, expliciet gemaakt worden. Wie praktische voorstellen doet, zoals “het moet makkelijker worden om je scriptie te schrijven bij een bedrijf”, of “de RUG zou er goed aan doen om meer gastsprekers uit het bedrijfsleven uit te nodigen bij colleges” zegt tegelijkertijd iets fundamenteels. In dit geval lijkt de onuitgesproken aanname te zijn dat dat academische vorming nauw samenhangt met de belangen van bedrijven. Dat onderwijs in de eerste plaats bedoeld is om werknemers klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Dan gaat het me er nog niet eens om hier die visie, in dit geval van UR-partij Calimero, af te wijzen, maar laten we de discussie op dát niveau voeren.
Studentenbelang gaat verder
Fundamentele waarden zijn er altijd; apolitiek zijn bestaat niet. Elk beleid realiseert een bepaalde visie, of de beleidsmaker dat nu doorheeft of niet. Wanneer we ons dat beseffen is het lachwekkend om in het partijprogramma van SOG te lezen dat “The SOG does not take sides politically”. Je kunt geen standpunten verdedigen zonder een idee te hebben van wáárom je ze verdedigt. Daarom is deze zin uit het programma ook zo vreemd: je neemt altijd een politieke positie in. Bijvoorbeeld de impliciete overeenstemming met universiteitsbestuurders dat het studentenbelang zich beperkt tot toiletmogelijkheden bij tentamens en opgenomen colleges. Studenten mogen het hebben over kleine praktische dingetjes, maar de belangrijke vragen over de universiteit horen schijnbaar niet thuis in een universiteitsraadvergadering. Terwijl de vraag om wat wel en niet thuishoort in een medezeggenschapsvergadering nu juist de politieke vraag bij uitstek is.
Omdat DAG het over die politieke waarden wil hebben zeggen wij ook niet: wij zijn er voor ‘de student’. ‘De student’ bestaat niet: wie doet alsof dat zo is dwingt zichzelf studentenpolitiek te beperken tot de laagste gemene deler, oppervlakkige zaken die elke student nodig heeft. Wij verdedigen een studentenbelang dat zowel specifieker als breder is dan dat. Specifieker omdat wij er niet voor ‘de student’ zijn, maar voor de kritische student die onze waarden deelt. Een minderheid die hopelijk in de loop der tijd een meerderheid zal zijn. Breder zijn we omdat we niet alleen studentenbelangen willen behartigen, maar die van de academische gemeenschap en daarmee van de samenleving als geheel.
Wie deze fundamentele waarden en de onderliggende meetlat die ze vormen niet wil terugveroveren laat haar in handen van zij die de macht al hebben. Laten we daarom expliciet proberen te maken welke waarden er schuilgaan onder universiteitsbeleid; welke waarden schuilgaan onder de manier waarop bestuurders studenten- en personeelsinspraak benaderen. Beleidsplannen voor de korte termijn gaan daaraan voorbij. We moeten ons daarom niet te veel laten verleiden tot discussies over oppervlaktekwesties als de bibliotheekstoelen en de inrichting van Nestor, maar de universiteit fundamenteel heroveren: als de grondslagen eenmaal kloppen, volgt de rest vanzelf.