Elke student baalt wel eens van docenten die te laat zijn met het nakijken van papers of tentamens. Niet laksheid, maar een veel te hoge werkdruk is de oorzaak van de problemen. De RUG zou de problemen bij de wortels moeten aanpakken, maar biedt in plaats daarvan zumba-cursussen aan.
Door Marit de Jong en Willem Noordink
‘’Nee toch, ze heeft de tentamens nog steeds niet nagekeken’’, fluistert Mark. ‘’Klopt, dat is ook weer echt iets voor haar’’ reageert Juliet. De docent, Emma, staat te stamelen voor de klas en probeert haar headset om te doen. Ze ziet een beetje wit en ze lijkt het weer ‘verzaakt’ te hebben de tentamens na te kijken. De studenten staan te trappelen om hun cijfers, voor sommigen hangt hun BSA er vanaf. Emma begint het college echter zonder er iets over te zeggen. Het maakt de studenten nors en vervelend.
Eerder die morgen springt Emma op haar fiets en vertrekt richting de faculteit waar ze werkt. Een drukke dag vandaag: in de morgen geeft ze college, daarna een leesgroep, wat facultaire taken en later op de dag moet ze echt verder met het nakijken van tentamens. Ondertussen zoemt in haar hoofd de deadline voor haar onderzoek. Nadat ze op haar kantoor nog even een powerpoint in elkaar heeft gezet, spoedt ze zich naar de collegezaal, waar de eerste studenten al plaatsgenomen hebben. Ze stopt de USB-stick in de computer en doet haar headset op om tot achter in de zaal verstaanbaar te zijn. Haar headset… Het wordt vaag voor haar ogen en ze probeert even te leunen tegen de deuropening. De drukte en hoeveelheid studenten overdonderen haar. Ze heeft er de laatste tijd vaker last van, en tussen alle drukte door vertrekt ze wekelijks naar haar uurtje zumba om te ontspannen. Ze zeiden dat het dan wel beter zou worden.
Het bovenstaande verhaal lijkt totaal uit de lucht gegrepen, maar niets is minder waar. Tussen de blik van de student en die van de docent zit soms een erg groot verschil. Met betrekking tot tentamens en hun studie zijn studenten vaak sterk afhankelijk van docenten. Het werk van de docenten wordt echter met de dag meer en zij kunnen daarin helaas op weinig begrip van de studenten rekenen.
Uit een onderzoek van de FNV en de VAWO van begin dit jaar, waarin 2500 universitaire medewerkers uit Nederland (zowel wetenschappelijk als ondersteunend personeel) ondervraagd werden, blijkt dat 7 van de 10 een werkdruk ervaart die door hen wordt omschreven als hoog tot zeer hoog. Verder blijkt dat in de afgelopen drie jaar 60 procent van de ondervraagden lichamelijke klachten heeft gehad door een te hoge werkdruk. Het wordt nog schrijnender als blijkt dat maar liefst 90 procent van deze groep onder deze omstandigheden toch doorwerkte.
Doe aan zumba, dan komt het wel goed met je
Een groot probleem dat we meteen bij de wortels moeten aanpakken zou je denken. Maar wat de universiteit hieraan doet? De universiteit biedt, via het zogeheten BALANS-programma, activiteiten aan zoals zumba, salsa en mindfulness. De medewerkers mogen dus zelf actie ondernemen als ze (zoals op de pagina van de RUG als titel wordt vermeld) “Gezond en fit aan het werk” willen. Uit dit soort maatregelen wordt niet alleen duidelijk dat de RUG zich wel degelijk bewust is van de problematiek, maar ook dat ze de oplossing voor de desastreuze effecten zoekt in individuele, vrijwillige maatregelen. Of, zoals ze het zelf beter zeggen: “Op deze manier laat de RUG medewerkers die misschien niet altijd even gezond leven, ervaren dat een kleine investering in de gezondheid al veel kan opleveren.”
Het bizarre probleem in deze situatie is dus dat met het aanbieden van allerlei programma’s de universiteit erkent dat er grote problemen zijn omtrent het welbehagen van haar werknemers. Toch floreert de universiteit erin dit probleem te lijf te gaan met uitsluitend schijnoplossingen. Er is een probleem op Nederlandse universiteiten: een te hoge werkdruk met alle gevolgen van dien. Oplossingen hiervoor worden gezocht in gezondheidscursussen, zoals zumba, yoga, mindfulness en salsa. Dit bestrijdt hoogstens een aantal symptomen, maar echte problemen blijven liggen.
Echte problemen: flexibilisering en publicatiedruk
Wat zijn dan deze echte problemen? Het FNV concludeert in haar onderzoek een aantal primaire oorzaken van de te hoge werkdruk. Hier wordt onder andere de toename van het aantal studenten aangestipt. Uit cijfers van het ministerie van OCW bleek dat het wetenschappelijk personeel sinds 2000 maar met 14 procent groeide, terwijl er een gigantische toename van studenten plaatsvond. Hierin zien we de schaduwzijde van een dergelijk universiteitsbeleid: het is op zijn minst dom om studenten van over de hele wereld aan te trekken, terwijl de (financiële) middelen ervoor lijken te ontbreken.
Gelukkig heeft het onze rendementsgerichte cultuur overal oplossingen voor, en om het grote aantal studenten te kunnen handhaven maken universiteiten tegenwoordig gebruik van flexibele contracten. Nu is het niet zo dat alle vormen van flexibele contracten onjuist zijn. Over de hele wereld maken universiteiten hier gebruik van, zodat wetenschappers relatief gemakkelijk van universiteit kunnen veranderen. Daarnaast zijn er veel universiteiten waar het aantal studenten sterk schommelt. Het gaat daarom te ver om uitsluitend vaste aanstellingen na te streven.
Wegwerpwetenschappers
Toch wordt het wel een probleem als flexibilisering en tijdelijke contracten de norm zijn, en dit is wat er aan onder andere de RUG lijkt te gebeuren. De financiële onzekerheid over het al dan niet verlengen van een contract, gepaard met de al gigantische werkdruk, eist z’n tol. Uit onderzoek van de Vakbond voor de Wetenschap blijkt dat zeventig procent van de promovendi de wetenschap verlaat, niet zelden noodgedwongen. Rolf van Wegberg, voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN), spreekt in NRC van „wegwerpwetenschappers”.
Nog schandaliger wordt het als je kijkt naar het ‘experiment’ dat de RUG op dit moment voert met zogeheten beurspromovendi, ook wel bursalen. In plaats van een salaris krijgen zij slechts een beurs in ruil voor hun werk en blijven zij student, terwijl zij wel fulltime werken. Het bedrag, 1.700 euro per maand, is een mooi startsalaris; maar het groeit in de jaren daarna niet door. Bovendien hebben ze geen recht op pensioenopbouw, niet op vakantiegeld, en niet automatisch, zoals een gewone werknemer, op ziekte- en zwangerschapsverlof.
Publicatiefabriek
Een andere vaak genoemde oorzaak van de zeer hoge werkdruk is de drift om maar te willen publiceren. Aan universiteiten als de RUG wordt een kwantificerend beleid gevoerd door de overheid in de vorm van ‘prestatieafspraken’. In juni 2016 kopte de Trouw dat “Wetenschappers bezwijken onder publicatiedruk”. In dit artikel wordt beschreven dat mede hierdoor bijna een kwart van onderzochte medische wetenschappers burn-outverschijnselen heeft. De publicatiedruk is niet alleen uiterst schadelijk voor docenten zelf, maar zorgt er ook voor dat kwantiteit boven kwaliteit wordt gesteld – hoge werkdruk kan tot gesjoemel leiden of tot onbewuste foutjes. Daarnaast vergeten we dat wetenschap meer is dan alleen willen publiceren. We vergeten de belangrijke bijdrage van Robbert Dijkgraaf als docent bij een televisiecollege, we vergeten dat misschien wel de invloedrijkste publicatie van Dick Swaab een populairwetenschappelijk boek was, en we vergeten dat de beroemdste filosofen nu geen academicus zouden kunnen worden omdat ze te dikke boeken schreven.
Dit alles past in het bredere plaatje dat DAG schetst, waarbij docenten machines zijn en de universiteit een leerfabriek. Door echte autonomie te herstellen en te democratiseren kunnen we hierin verandering bewerkstelligen.
Terugkomend op Emma, haar college is goed gegaan. De facultaire dagtaakjes zitten er gelukkig op, waardoor ze in de middag tijd heeft gehad om een deel van de tentamens na te kijken. Ook na het eten is ze er nog aan gaan zitten, maar de klus bleek te groot om in één keer afronden. En tja, die onderzoeksdeadline. De zumbales heeft ze in ieder geval afgebeld. Dat gaf iets meer rust in haar hoofd.