De RUG lijkt uitsluitend met bedrijven uit de fossiele industrie in zee gegaan rond de Energy Academy Europe (EAE). Een industrie die, zoals uit dit artikel zal blijken, haar inmenging met de universiteit niet alleen beperkt tot de EAE. Deze keer: onze redenen om via een informatieverzoek inzage te krijgen in de correspondentie van onze universiteit met fossiele bedrijven.
Door werkgroep Duurzaamheid
Als we verder kijken dan de EAE vinden we meer voorbeelden van deze intieme relatie. Uit gesprekken en externe artikelen blijkt dat de RUG samenwerkt met RWE, GasTerra, Shell en andere bedrijven met een duidelijke fossiele agenda. Dit is geen geheim, maar het blijft onduidelijk wat de inhoud van deze relaties precies omvat. Hoe garandeert de Rug een onafhankelijke positie op het gebied van onderwijs en onderzoek temidden van deze fossiele giganten?
Schijn van belangenverstrengeling
Eind 2014 publiceert de Groene Amsterdammer een artikel over de vele nevenactiviteiten van hoogleraren en de daaruit volgende schijn van belangenverstrengeling. Het artikel begint met de RUG’s very own Catrinus Jepma, die zich mag voorstellen met de indrukwekkend klinkende titel ‘honorair hoogleraar Energie en Duurzaamheid,’ verbonden aan onze faculteit Economie en Bedrijfskunde. Deze titel, niet te verwarren met een daadwerkelijke hoogleraar, komt Jepma goed van pas bij zijn taak “de Nederlandse gasindustrie een betere plek in de wereld te geven.”
Dat mag duidelijk zijn als Jepma het podium betreedt tijdens de veertigste verjaardag van de Nederlandse Olie- en Gas Exploratie en Productie Associatie. Onder de noemer van een ‘wetenschappelijk perspectief op de gaskwestie’ bekritiseert Jepma subsidies op wind- en zonne-energie en laat hij zich positief uit over gaswinning. Opzienbarend is hoe open Jepma is over het dienen van industriële belangen. Jepma’s benoeming tot honorair hoogleraar is van uitzonderlijke waarde voor deze missie. Want, zoals Jepma het zelf zegt, “doet [deze titel] het altijd goed bij zulke optredens, die heeft een associatie met absolute kwaliteit en onafhankelijkheid.”
Diezelfde schijn van belangenverstrengeling zien we ook terug bij Rien Herber, wiens functie als hoogleraar aan de RUG niet slechts honorair is. Naast hoogleraar Geo-Energy is Herber daarnaast lid van de Mijnraad, bestuurslid van TKI Gas en neemt hij plaats in de raad van toezicht bij het KNMI en de Geologische Dienst Nederland. Voor zijn aanstelling bij de RUG heeft Herber dertig jaar lang verscheidene functies bekleed bij de NAM en Shell.
In 2015 waarschuwt Sikkom voor de dubbele agenda van Herber naar aanleiding van een lezing in café Wolthoorn. Wanneer Herber daar zegt dat het volstrekt irreëel is dat er doden vallen in een volgende aardbeving druist hij in tegen eerder gedane onderzoeken van het Staatstoezicht op de Mijnen en nota bene Shell en de NAM zelf.
Contract met RWE
Helaas stoppen de zorgen over belangenverstrengeling niet bij een enkele – al dan niet honorair – hoogleraar. Uit verkregen documenten blijkt dat de RUG onderzoekscontracten heeft met RWE, een van oorsprong Duits energiebedrijf. In deze overeenkomsten belooft onze universiteit onderzoek uit te voeren naar de economische en juridische aspecten van het aanleggen van infrastructuur voor omstreden Carbon Capture and Storages (CCS) technieken. Dat komt neer op het begraven van CO2, om de gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen voor ons uit te kunnen schuiven. Dit alles wordt uiteraard gefinancierd door de RWE.
Uit het contract met RWE, waarin een maximaal bedrag van een half miljoen euro werd vastgelegd
Weer lijkt het erop, zoals we ook al constateerden in ons vorige stuk, dat de partijen die financieel stoer kunnen doen daarmee ook de onderzoeksagenda kunnen bepalen. Het belangrijke punt is dat het doorbreken van de status quo op de energiemarkt hierdoor onmogelijk lijkt. Terwijl het juist deze status quo is die een grote bedreiging voor het klimaat én hoofdveroorzaker van de aardbevingen in onze eigen provincie is. Daarnaast is het gewoonweg onzinnig studenten op te leiden in een industrie die we op termijn hopen te vervangen door een duurzamer alternatief.
Onderwijs
Maar het houdt niet op. Ook in het onderwijs vinden we sporen van fossiele bedrijven. Ditmaal treffen we GasTerra’s vinger aan in de spreekwoordelijke pap. In het studiejaar 2015/2016 deden derdejaars-studenten Communicatie- en Informatiewetenschappen (CIW) voor het verplichte onderdeel van de bachelor mee aan een case study, uitgeschreven door GasTerra. Doel van het vak? ‘Bedenk een plan om draagvlak voor gaswinning te herstellen.’
uit de zogenoemde ‘Communicatiecase’, CIW 2015-2016
In de vakomschrijving staat te lezen dat studenten een communicatiestrategie moesten ontwikkelen om uiteindelijk als eindopdracht een advies aan GasTerra te leveren. “Denk na over de communicatiemaatregelen die benodigd zijn om het geschonden vertrouwen van de Groningers en de in hun ogen verdwenen legitimiteit van de gaswinning te herstellen.” Ook hier is het weer belangrijk je af te vragen waarom juist deze partij de opdracht mag verzinnen. Zou de vraagstelling hetzelfde zijn als in plaats van GasTerra de inwoners van Groningen inspraak hadden? Bewoordingen als “de in hun ogen verdwenen legitimiteit” zijn moeilijk neutraal te interpreteren.
We mogen wel stellen dat bedrijven zoals Shell, NAM en GasTerra flink veel inspraak hebben in het beleid van de Rug. Niet alleen de conflicterende belangen van honorair en normaal hoogleraren als Herber en Jepma, maar ook de contracten en afspraken tussen de RUG en de fossiele industrie hebben invloed op zowel de onderwijs- als onderzoeksagenda van de RUG.
Wie mag er meepraten?
Bij al deze vormen van inmenging speelt dezelfde vraag. Onderzoek naar CCS en het vergroenen van gaswinning en fossiele brandstoffen zijn niet per se slecht, maar waarom houdt de RUG zich juist met deze onderwerpen bezig? Wat zou er gebeuren wanneer niet het grote geld, maar progressieve initiatieven of burgercollectieven de agenda mogen beïnvloeden? De huidige gang van zaken versterkt de status quo en en heeft als treurige consequentie dat talentvolle onderzoekers worden opgeleid in een industrie die ten dode is opgeschreven.
DAG wil meer inzicht in de relaties die de RUG heeft met Shell, NAM, GasTerra, RWE en andere fossiele bedrijven. Daarom dienen wij deze dagen meerdere informatieverzoeken in om inzicht te krijgen in de correspondentie van de universiteit met deze organisaties. Vooralsnog hebben we ons gericht op de vier bovenstaande voorbeelden. De komende periode houden we jullie op de hoogte van de voortgang van deze verzoeken en andere ontwikkelingen.