De Democratische Academie Groningen (DAG) heeft besloten mee te doen aan de verkiezingen voor de faculteitsraad Letteren. Onder de noemer DAG Arts wil DAG ook op facultair niveau de fundamentele discussie over de universiteit voeren.
Waarom Letteren?
De Letterenfaculteit verkeert in financieel zwaar weer. Medio januari luidde Eelco Runia in NRC de noodklok: “De universiteit gaat aan marktdenken ten onder”. Dit marktdenken leidt tot een verhoogde werkdruk, internationalisering als verdienmodel en deprofessionalisering van stafleden. Het was voor hem reden de universiteit te verlaten. In een medewerkersonderzoek beoordeelde de staf van de Letterenfaculteit aan de werk-privébalans een 5,5; het laagste cijfer van de gehele universiteit. De cijfers zijn een weerspiegeling van de onvrede van docenten over onder meer een al jaren dalende FTE-vergoeding, de werkdruk die door het College van Bestuur als ‘persoonlijke perceptie’ wordt afgedaan waardoor het water bij velen tot aan de lippen staat.
Naar aanleiding van het artikel van Runia en de slappe reactie vanuit het Faculteitsbestuur organiseerden verontwaardigde studenten vanuit de hele faculteit op 26 januari 2018 een sit-in in de vergaderkamer van het Faculteitsbestuur. In de daar gevoerde discussie met het Faculteitsbestuur kwam het niet functionerende financieringsmodel van universiteiten meerdere malen aan bod. Vanuit de overheid wordt per afgegeven diploma betaald, waardoor faculteiten een perverse prikkel hebben om zoveel mogelijk studenten aan te trekken en te laten slagen. Ten dele wordt dit erkend door het Faculteitsbestuur, maar in het openbaar zet men zich te weinig tegen dit model af: ook het Faculteitsbestuur zit in een werkgever/werknemer relatie en leidt onder de top-down-managementstructuur die vanuit het College van Bestuur en de overheid doorsijpelt naar alle lagen van de organisatie.
De noodzaak zoveel mogelijk studenten door studieprogramma’s te loodsen heeft tot verschoolsing en een verlies van kwaliteit geleid. De verschoolsing, zoals onder andere de invoering van meer 5-puntsvakken en de toename van toetsmomenten, heeft het onderwijs versimpeld en is er steeds minder ruimte voor reflectie. Daarnaast wordt het steeds moeilijker gemaakt om vakken te volgen buiten het eigen curriculum. Het nieuwe systeem voor minoren, waarvan de career minor de meest in het oog springende is, laat zien hoe programma’s inhoudelijk steeds verder verschralen en op de arbeidsmarkt worden afgestemd.
Dit is een proces dat al een aantal jaren geleden is ingezet. Studies die binnen de logica van het rendementsdenken te weinig opleveren, zoals zelfstandige taalopleidingen, zijn wegbezuinigd of samengevoegd tot brede bachelors. De invoering van de clustering zal er voor zorgen dat het in de toekomst makkelijker wordt om niet financieel rendabele opleidingen en studie tracks af te schaffen. Tevens is de clustering geen volledige decentralisatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waar personeel en de studenten meer inspraak hebben, maar een extra bureaucratische laag die de invloed van het op rendement gerichte beleid in lagere bestuursniveaus heeft versterkt.
Langzaamaan verwordt de Letterenfaculteit tot een eenheidsworst, terwijl juist de diversiteit van meningen en perspectieven essentieel is voor de Geesteswetenschappen.
Doelen
- Meer geld voor de Letteren
Door de financiële zorgen heeft het Faculteitsbestuur zich de afgelopen jaren genoodzaakt gevoeld om meerdere malen te reorganiseren en zich daarbij in het keurslijf van het College van Bestuur te dwingen. Eigenlijk had er destijds al een steviger geluid vanuit de faculteit naar het College van Bestuur en de overheid moeten klinken: ‘Zo kan het niet langer!’.
Inmiddels lijken decaan Gerry Wakker en consorten wakker geschud. In de faculteitsraad wil DAG samen met het bestuur en de andere partijen de druk naar boven opvoeren om meer financiële middelen te verkrijgen en zich afzetten tegen het rendementsdenken. Tegelijk wil DAG binnen de faculteitsraad ervoor zorgen dat het Faculteitsbestuur zich uitdrukkelijk uitspreekt tegen het financieringsmodel en opener is over de motieven voor bepaalde beleidskeuzes.
2. Goede vorm van internationalisering
Op dit moment worden internationale studenten vooral gezien als een bron van inkomsten in plaats van een wezenlijke verrijking voor het academisch kennisproject van de Letterenfaculteit. Juist op een Letterenfaculteit, waar diversiteit van denkbeelden belangrijk is om de discussie tot een hoger niveau te tillen, is een duurzame en pluralistische vorm van internationalisering noodzakelijk.
Op 16 maart 2018 organiseerde onze werkgroep voor democratisering en internationalisering een discussiemiddag, waar zowel studenten als stafleden hun visie op internationalisering deelden. We willen een open en inclusieve universitaire gemeenschap, waarin internationale staf en studenten als volwaardig worden beschouwd en niet als verdienmodel. Tegelijk moet er aandacht worden besteed aan doorgeschoten verengelsing: binnen een internationale universiteit moeten andere talen net zoveel ruimte krijgen. Dat geldt voor het Nederlands, maar ook voor bijvoorbeeld het Duits, Spaans en Frans.
3. Meer transparantie
Na de door DAG georganiseerde sit-in van 26 januari beloofde het Faculteitsbestuur meer transparantie. Er is inmiddels aan studenten en staf de mogelijkheid geboden zich in te tekenen voor een nieuwsbrief, maar ondertussen zijn agenda’s, notulen en stukken nog altijd lastig of niet vindbaar. In het geval van de stukken worden deze zelfs niet voor de vergadering gepubliceerd. De toezegging om informatie te publiceren op Nestor, zoals het Faculteitsbestuur in reactie op de sit-in beloofde te zullen gaan doen, is nooit nagekomen.
Om deze reden is het belangrijk meer openheid af te dwingen. Het Faculteitsbestuur en de raad moeten actiever en opener communiceren over wat er speelt en wat er besloten wordt. Ook moet aangekondigd worden wanneer er faculteitsraadsvergaderingen plaatsvinden en dat die openbaar zijn. Daarnaast moet de daadwerkelijke discussie weer in die raadsvergaderingen plaatsvinden in plaats van vooraf in achterkamertjes zoals nu veelal het geval is.
4. Minder massificatie en veralgemenisering
DAG Arts zal strijden voor een herwaardering van specialistische kennis en kleine disciplines. We moeten af van het rendementsdenken, dat de maatschappelijke waarde van een studie bepaalt op basis van het aantal diploma’s dat wordt afgegeven. Docenten moeten onderwijs kunnen geven dat voortkomt uit hun eigen onderzoeksgebied, zoals de kernvakken bij geschiedenis.
5. Samenwerking met personeel
De staf van de Letterenfaculteit ervaart een ongekende werkdruk door bureaucratisering en verantwoordingsplicht. In het tevredenheidsonderzoek onder medewerkers gaf zij de werk-privébalans een 5,5. De personeelsfractie kaart dit al geregeld aan in de faculteitsraad, maar voelt zich vaak nog te weinig gesteund door studenten. Wij willen nauw samen gaan werken met de personeelsfractie. Niet alleen zou een lagere werkdruk voor stafleden uiteindelijk leiden tot een fijnere werksfeer en minder persoonlijke problemen, ook zullen studenten dit terug zien in het plezier van de docenten en een toename van de onderwijskwaliteit.
6. Verkozen decaan
DAG Arts zou graag de opvolger van decaan Gerry Wakker willen verkiezen. Op die manier heeft de decaan niet alleen verantwoording af te leggen aan het CVB, maar bovenal aan de facultaire gemeenschap. Bovendien kan een decaan zich bij een democratische verkiezing gesteund voelen in het uitvoeren van plannen; er is immers een mandaat. Een gekozen decaan wordt niet benoemd door het College van Bestuur waardoor hij of zij een onafhankelijker koers kan varen. Daarbij ontstaat er een grotere mogelijkheid om zich uit te spreken en in te gaan tegen het beleid van het College van Bestuur.
Een verkozen decaan dient daarmee dus niet, zoals nu het geval is, de belangen van de werkgever, maar die van de facultaire gemeenschap. Hiermee draagt een verkozen decaan dus bij aan de autonomie van een faculteit en decentralisatie.
7. Discussies op een fundamenteler niveau
Discussies in de faculteitsraad moeten op een fundamenteler niveau gevoerd worden. Nu behandelt de raad te veel praktische dingen, terwijl de ideologie die ten grondslag ligt aan beleidskeuzes niet wordt blootgelegd, laat staan bevraagd.
DAG Arts wil fundamentele kwesties op de agenda zetten en kritischer vragen stellen bij besluiten dan de huidige raadsfracties doen. Om vooruit te gaan, is een breuk nodig met gewoontes en de politiek van voldongen feiten. Daarnaast willen wij de fundamentele aannames die ten grondslag liggen aan de kwesties die wel behandeld worden blootleggen.
Slot
Op de lange termijn zou het mogelijk zijn dat DAG ervoor kiest om ook binnen andere faculteiten de raad in te gaan. Echter is de situatie bij Letteren, zoals wel blijkt uit het medewerkersonderzoek van de RUG, het meest nijpend.
Net als voor de Universiteitsraad geldt dat wij ons er met DAG Arts bewust van zijn dat binnen de faculteitsraad op een fundamenteel niveau geen verandering bewerkstelligd kan worden. Er kan slechts worden gezorgd voor meer transparantie en meer druk naar boven, door een kritisch geluid te laten horen en managers zich te laten uitspreken. Een radicale democratisering en decentralisering van de universiteit is wenselijk om de facultaire gemeenschap echte machten te geven. DAG Arts zal ook de mogelijkheid bieden om in een werkgroep samen met staf en studenten na te denken over de toekomst van onze faculteit.