DAG-leak: hooglerarenbrief ontleed

Ruim honderd hoogleraren van de RUG ondertekenden een brief die morgen gepubliceerd wordt in het Dagblad van het Noorden. De hoogleraren geven aan dat we gewoon naar Yantai moeten omdat het een verantwoord avontuur is. Wij kregen de brief al eerder en vielen van de ene in de andere verbazing. Duidelijk is dat de hoogleraren eigenlijk geen idee hebben waar ze het over hebben. We besloten de brief zin voor zin te ontleden en te voorzien van constructief commentaar. Dik en cursief gedrukt is de originele tekst, onze op- en aanmerking staan eronder.

YANTAI  IS EEN VEELBELOVEND EN VERANTWOORD AVONTUUR

Twee jaar geleden kreeg de RUG de kans in de schoot geworpen om een campus te beginnen in het Chinese Yantai, een miljoenenstad een paar honderd kilometer van Beijing. Die kans is met beide handen aangegrepen.

In Yantai staat een gehele universiteitscampus leeg die gevuld dient te worden door een buitenlandse universiteit. Yantai heeft eerst geprobeerd om University College Dublin te overtuigen. UCD heeft een jaar lang onderhandeld en besloot van de campus af te zien waarna Yantai opzoek moest naar een nieuwe universiteit.

 

 

 

 

De suggestie die gewekt wordt dat andere universiteiten staan te springen om een campus in Yantai te openen is onjuist. Meerdere universiteiten hebben van de campus afgezien. Het hoofd internationalisering van de Radboud Universiteit is ook negatief: ‘Ik vind het persoonlijk een heel vergaand instrument, een campus bouwen in een heel andere cultuur, deels voor de lokale markt aldaar. Daarmee stel je je als universiteit een beetje op als een holding, een multinational.’

Na lange en ingewikkelde onderhandelingen op allerlei fronten is de besluitvorming bijna rond. Blijft over de instemming binnen de RUG. De betrokken faculteitsraden zijn akkoord, en alleen de instemming van de universiteitsraad is nog nodig.

Wij vinden dit een erg vreemde gang van zaken. Het lijkt logisch en verstandiger om eerst binnen de universiteit af te spreken of een campus in Yantai een goed idee is, waarna er verder onderhandeld kan worden. Zoals bekend heeft het RUG-bestuur anders gekozen. Zij hebben geprobeerd zoveel mogelijk dingen af te spreken en vast te leggen voordat de academische gemeenschap mocht besluiten of het wel een goed idee is. Niet alleen is hierdoor veel geld uitgegeven waarop geen medezeggenschap van toepassing was, ook is aangestuurd op een point of no return. ‘Er is nu al zoveel geld en energie in gestoken, zonde om niet te gaan!’

Daar zijn de meningen over dit misschien wel belangrijkste besluit uit de RUG-geschiedenis verdeeld rond de vraag waarom we dit zouden moeten doen. Goede vraag. Maar je kunt het ook van de andere kant bekijken en je afvragen waarom we dit niet zouden moeten doen.

Wij zijn juist blij dat de medezeggenschap in Groningen zich vooral bezighoudt met of we iets wél moeten doen. Wat voor plannen maken het Groningse onderwijs en onderzoek beter? Met een ‘waarom niet?’ mentaliteit, zoals de hoogleraren voorstaan, wordt opeens van alles mogelijk.

Daarnaast verschuiven zij ook nog eens de bewijslast. In plaats van het bespreken van argumenten waarom Yantai een goed plan is, moeten tegenstanders maar komen uitleggen waarom de risico’s zo groot zijn.  Een andere invalshoek kan zeker helpen om een discussie los te trekken maar het ontslaat de hoogleraren niet van uitleggen wat goed is aan het project. Later in hun brief zal blijken waarom de hoogleraren deze invalshoek kiezen.

Yantai is een avontuur. Avonturen hebben hun aantrekkelijke kanten maar ook hun risico’s. Je moet het alleen doen als die risico’s verantwoord zijn. Bij Yantai zijn het er drie.

Onthoud hier dat niet wordt gemeld waarop de risico’s van toepassing zijn.

In de eerste plaats is er het financiële risico. Schiet de RUG erbij in als Yantai zou mislukken? Nee. De University of Groningen Yantai (UGY) krijgt een gemengd Chinees-Gronings bestuur, met een Groningse verantwoordelijkheid voor onderwijs en onderzoek, maar wordt financieel een zelfstandig bedrijf.

We moeten toegeven, dit was fijn om te lezen. In Groningen horen we nog weleens gemor wanneer we stellen dat de universiteit als een bedrijf bestuurd wordt. De hoogleraren geven het gelukkig gewoon toe. Ook Karl Dittrich, tot voorkort voorzitter van de VSNU, gaf in zijn afscheidsinterview aan hoe men in de academische wereld aankijkt tegen Yantai: als Poppema’s BV’tje.

Als het met de UGY mis gaat is dat een Chinees probleem. Ook zal er geen Gronings geld naar Yantai gaan.

Hier staat grove onzin. Ten eerste is het natuurlijk financieel een heel groot probleem wanneer het mis gaat met UGY. Het RUG bestuur zal koste wat kost willen voorkomen dat het mis gaat met Yantai. Denk aan de vele Groningse docenten voor wie een terugkeer is gegarandeerd mocht het in Yantai mislukken, of de reputatieschade die een mislukt project zou veroorzaken. Daarnaast moet UGY Groningen compenseren voor de docenten die zij naar China uitzendt. Dit is een grote kostenpost voor UGY en wat gebeurt er als het mis gaat met UGY? Grote kans dat de compensatie lager wordt of verdwijnt waardoor Groningen indirect dus toch voor het plan moet gaan betalen.

Daarnaast is het een diplomatiek probleem wanneer de UGY dreigt te mislukken. Een goed voorbeeld hiervan is wat er gebeurde bij het reeds genoemde University College Dublin. Een meningsverschil over de tekorten bij de bouw van het Confucius Instituut tussen de Chinese overheid en het UCD bestuur liep torenhoog op. Uiteindelijk moest de ministers van buitenlandse zaken er aan te pas komen en besloot UCD toch drie miljoen euro vrij te maken om een ‘diplomatiek incident te voorkomen’. Fun fact: desondanks besloot de Ierse Poppema om de betekenis van de ‘c’ in UCD te veranderen:

Tenslotte moeten we aantekenen dat er al ruim drie miljoen euro aan Gronings geld besteed is aan Yantai. Volgens de RUG komt dit geld uit private inkomsten van de RUG. Het onderscheid tussen publieke en private middelen is echter heel schimmig en zorgt er uiteindelijk voor dat de medezeggenschap niets over dat geld te zeggen heeft gehad. De miljoenen hadden in Groningen bijvoorbeeld in onderwijsinnovatie gestoken kunnen worden, dat nu met publieke middelen wordt bekostigd.

Alle kosten aan salarissen, belastingen, sociale verzekeringen en reis- en verblijfskosten voor diensten die de RUG verricht voor de UGY worden door hen vergoed. Dit is allemaal duidelijk vastgelegd. En mocht de RUG er zelf niet goed op letten, dan doet het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen het wel. Ze vinden de zaak erg interessant en zitten er bovenop.

Het is vreemd dat dit het eind is van paragraaf over financiële risico’s. Er valt veel meer over te zeggen. Zo is er geen exit-strategie (ondanks de eis van Bussemaker), is er geen marktonderzoek gedaan en is het businessplan erg karig. Laten we de voorlopige begroting er eens bij pakken en twee voordehand liggende risico’s bespreken.

Het duidelijkste risico voor Yantai is het exploitatietekort in de eerste paar jaren. Op de begroting (die geheel draait op aannames die zonder marktonderzoek tot stand zijn gekomen) loopt het cumulatieve tekort op tot 34 miljoen euro in jaar 3. De Chinese overheden hebben de garantie gegeven dat zij tot maximaal 34 miljoen euro aan tekort zullen vergoeden. Een lichte tegenvaller in de verwachtte studentenaantallen doet het tekort direct boven de 34 miljoen euro. Daarnaast zijn de investeringen uit het bedrijfsleven van groot belang voor een sluitende begroting. Poppema heeft 25 miljoen euro aan bijdrage van het bedrijfsleven beloofd maar nog geen cent is nog binnen. Ook is in de begroting niet opgenomen wat deze bedrijven eventueel zouden terugkrijgen voor deze bijdrage.

Dus wat als één van deze twee zeer concrete risico’s waarheid wordt? Een diplomatiek incident tussen China en Nederland over wie de verliezen gaat goedmaken? Een verlaging van de compensatie voor Groningen? Een avontuur wordt het dan zeker.

Het tweede risico betreft een mogelijk gevaar vanuit China voor het onderwijs aan de RUG. Bij het Yantai-model gaat het om het aanbieden in China van dezelfde opleidingen als in Groningen, met hetzelfde RUG-diploma als bekroning. Die opleidingen zijn in Nederland geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Die accreditatie is van levensbelang; zonder accreditatie krijgt de RUG geen geld uit Den Haag en krijgen studenten geen studiefinanciering. De NVAO zal de UGY net zo in de gaten houden als de RUG. Daarbij dreigt een gevaar: afkeuring door de NVAO van een bepaalde UGY-opleiding zou de Groningse tegenhanger kunnen meeslepen. Maar dat is uitgesloten. Wettelijk is nu vastgelegd dat eventuele problemen met de accreditatie bij een buitenlandse “nevenvestiging” niet terugslaan op de vestiging in Nederland, in casu de RUG.

De hoogleraren maken hier een terecht punt. Het is inderdaad positief dat accreditaties in China niet terugslaan op Groningen. Wat zou het mooi zijn als daarmee alle risico’s voor het Groningse onderwijs besproken waren.

Groningse docenten zullen naar Yantai gaan. Wil het daar slagen zullen goede en ervaren docenten naar Yantai toe moeten om de Groningse opleidingen te kunnen kopiëren. Ook zullen Chinese docenten een half jaar in Groningen opgeleid moeten worden. Dit zal in Groningen, in ieder geval in het begin, direct leiden tot een veel hogere werkdruk en kwaliteitsdaling.

Daarnaast is er veel meer energie nodig om onderwijsprogramma’s te coördineren. Wil je immers Groningse diploma’s uitgeven in China dan moet het onderwijs daar grotendeels overeenkomen met het onderwijs hier. Naast dat deze afstemming veel werk zal opleveren betekent, zet het ook de onafhankelijkheid van het Groningse onderwijs op de tocht.

Het derde en laatste risico betreft de academische vrijheid. China is een centraal geleid land waar men anders denkt over mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en internettoegang dan wij. De academische vrijheid bij de UGY is dan ook een belangrijke zorg. In Nederland is deze vrijheid in de wet geborgd en die wet is ook van toepassing op wat wij in China gaan doen. Anders dan een gewone Chinese universiteit krijgt de UGY geen partijsecretaris die namens de communistische partij de zaak in de gaten houdt. Wel komt de inspecteur uit Den Haag regelmatig langs. Chinese beperking van internet zal er bij de UGY niet zijn, want er is een rechtstreekse verbinding met Groningen, buiten de Chinese kanalen om.

Einde risico omtrent academische vrijheid. Hier wordt pijnlijk duidelijk dat de hoogleraren niet op de hoogte zijn van de stand van het debat over academische vrijheid in China. Het vrije internet en het ontbreken van een partijsecretaris zijn geen garanties voor academische vrijheid. De U.S. Government Accountability Office deed onderzoek naar Amerikaanse campussen in China, waar ook ‘vrij’ internet is en geen partijsecretaris aanwezig is. Chinese studenten op die campussen blijken zichzelf te censureren uit angst voor medestudenten die hen zullen verklikken. Verder spreekt de conclusie van het rapport voor zich:

We found that universities generally emphasize academic freedom at their institutions in China and, in most cases, include language seeking to protect these or other freedoms in written agreements and other documents. Nonetheless, the environment in which these universities operate presents both tangible and intangible challenges. In particular, Internet censorship presents challenges to teaching, conducting research, and completing coursework. However, it is much more difficult for universities to know the degree to which faculty or students self-censor or how this may affect academic freedom. Moreover, given that motivations to self-censor can be deeply rooted in individual concerns and shaped by long-established conditions in China, universities have limited ability to prevent self-censorship in the classroom or on campus.

Hoewel het debat over academische vrijheid op de campus in Yantai belangrijk is, is een veel belangrijkere vraag hoe het zit met zelfcensuur. Het gaat dan niet zozeer de grove zelfcensuur die de RUG pleegt door alleen veilige bèta-opleidingen naar China te sturen – zou het bijvoorbeeld mogelijk zijn om de Groningse letterenopleidingen in Yantai aan te bieden? – maar het gaat over de academische vrijheid in Groningen.

Een onderzoek van de U.S. National Association of Scholars concludeerde dat de door Beijing geleidde Confucius Centra – die in Groningen nota bene naast het bestuursgebouw zit – direct de academische vrijheid van Amerikaanse universiteiten inperken. “Universities have made improper concessions that jeopardize academic freedom and institutional autonomy,” stelt het onderzoek. De RUG zal door haar campus rekening moeten houden met Chinese diplomatieke en economische belangen en moet dus gaan oppassen niet op Chinese tenen te trappen.

Twee recente voorbeelden illustreren de effecten van het staan op deze Chinese tenen. Cambridge University Press censureerde zichzelf door, na verzoek van de Chinese overheid, driehonderd kritische artikelen van haar Chinese website te verwijderen. Na veel verontwaardiging draaide CUP het besluit terug, maar het punt is duidelijk.

Monash, de grootste universiteit van Australië, kwam afgelopen jaar negatief in het nieuws nadat zij een docent op non-actief zette. Zij deed dit na klachten van Chinese studenten over een tentamenvraag. De Volkskrant concludeerde dat de drastische maatregel nodig was omdat Monash niet gebaat is bij ruzie. De universiteit heeft immers een eigen campus in China.

Mocht het mis gaan op het punt van academische vrijheid, dan kan de minister de toestemming intrekken om in China een RUG-diploma te behalen.

Deze ronduit laconieke opvatting is erg kwalijk. Dit is natuurlijk simpelweg geen oplossing voor wanneer het toch mis gaat met de academische vrijheid: de minister van onderwijs kan de accreditatie intrekken. Stel er zitten straks achtduizend Chinese studenten in Yantai hard te blokken voor een Gronings papiertje en een UGY hoogleraar komt in de problemen door uitspraken over Xi. Is de minister dan écht in staat om de toestemming in te trekken? Of zal kersverse minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra dan bij haar op de stoep staan om haar te herinneren aan de Nederlandse handelsbelangen?

Daarmee lijkt ons het risico op reputatieschade afwezig.

Verbazing alom bij DAG. De voorgaande paragrafen gaan dus niet over risico’s voor de kwaliteit en vrijheid van het onderwijs. Niet over risico’s van de kwaliteit en vrijheid van het onderzoek. Niet over het voortbestaan van de universiteit. Niet over een sluitende begroting van de RUG. Nee, waarom we volgens de hoogleraren naar Yantai moeten gaan: er is geen risico op reputatieschade.

Reputatie! Het is dat wat voor- en tegenstanders van de Yantai-discussie scheidt. Voorstanders hopen de reputatie van de RUG te verbeteren en hoeven dus niet – zoals deze hoogleraren zich ook van deze plicht ontslaan –  te beargumenteren waarom het de kwaliteit van onderwijs of onderzoek zal verhogen. Als het imago ervan maar goed is.

Critici, zoals wij, kijken liever naar de inhoud in plaats van het likje verf. Wordt onderwijs of onderzoek in Groningen beter van een campus in Yantai? In tegendeel. Academische vrijheid wordt minder, werkdruk hoger en kwaliteit van onderwijs lager. Het zal ons echter niet verbazen als onze reputatie desondanks toch zal stijgen. Rankings kijken immers naar kwantiteit en niet naar kwaliteit. De RUG is dus niet bezig met beter worden, maar met groter worden.

Maar wat moet de UGY eigenlijk gaan worden? De UGY wordt de tiende en laatste buitenlandse universiteit in China. Het wordt de enige in de provincie Shandong, waar meer mensen wonen dan in heel Duitsland. Anders dan de andere buitenlandse universiteiten in China wordt de UGY vanaf dag één een volwaardige universiteit, niet alleen met studenten maar ook met een volwaardig onderzoekprogramma inclusief promovendi en de state of the art faciliteiten die daarbij horen. De gemeente Yantai en de provincie Shandong zijn bereid om veel geld in de UGY te investeren, al met al zo’n zeshonderd miljoen euro. Na de brexit zal de UGY de enige universiteit in heel China zijn vanuit een EU-land en daarmee een vanzelfsprekende samenwerkingspartner vormen voor EU-multinationals in China.

In China is er een zeer groot potentieel aan geld en aan slimme en hardwerkende studenten en onderzoekers. Op allerlei gebieden zijn ze verder dan wij, en via de UGY kunnen we veel van elkaar leren. De eenentwintigste eeuw is de eeuw van Azië, en via Yantai kan de RUG er op de eerste rij zitten. Niet slecht voor een Nederlandse provinciestad.

Dit zijn de eerste verdekte argumenten vóór een campus in Yantai. Het legt ook direct het probleem van de meeste voorargumenten bloot: de vaagheid. Oke, ze zijn op allerlei gebieden verder dan wij: waarom hebben we dan een branch-campus nodig om daarvan te leren? De vraag waarom een universiteit op de eerste rij moet zitten bij de eeuw van Azië wordt helaas ook niet beantwoord. Waarom moet een universiteit uit een Nederlandse provinciestad gebruik maken van het potentieel aan slimme en hardwerkende studenten en onderzoekers? Allemaal vanzelfsprekendheden die bij nadere inspectie geen stand lijken te houden.

De hoogleraren zijn waarschijnlijk geïnspireerd door het universiteitsbestuur. Zo zegt Poppema in DIT filmpje dat de campus in China een excellente plek is voor het ontwikkelen van initiatieven. De directeur van het Bureau van de universiteit, Stephan van Galen, filosofeerde een ander voordeel bij elkaar in een interview met ScienceGuide. Chinese studenten komen naar Groningen, worden verliefd op Nederland, gaan terug naar China waar ze dan minister worden en dan hebben we als Nederland toch een streepje voor!

Maar uiteindelijk blijft de vraag, wat hebben we er aan?

De hoogleraren hebben door dat de ‘waarom niet?’ mentaliteit geen vruchten afwerpt. We stappen daarom over op de ‘waarom wel?’ mentaliteit.

Dat is geen kwestie van plussen en minnen en dan zien wat het grootst is. Los van de vergoeding voor geleverde diensten staan de RUG en de UGY financieel los van elkaar. Een business plan voor de RUG-betrokkenheid bij de UGY valt dus niet te maken.

Ook de ‘waarom wel?’ mentaliteit kan de deur uit. Je moet je afvragen of je plannen uit moet voeren wanneer er geen businessplan gemaakt kan worden. Een commissie van de FEB vatte de gevolgen hiervan treffend samen: een sprong in het diepe. Het lukt voorstanders maar niet om concreet aan te geven wat de voordelen zijn voor de universiteit in Groningen. Dit is geen probleem wanneer de houding van de medezeggenschap zo laconiek zou zijn als die van de hoogleraren. Gelukkig laten hun vertegenwoordigers zich niet met een kluitje in het riet sturen. Zij willen duidelijke voordelen zien.

Maar het opzetten van de UGY is enorme opportunity voor de RUG, die met zijn huidige sterke internationale positie een goed uitgangspunt heeft om hier een succes van te maken. De RUG krijgt een grote voorsprong binnen Europa om samenwerking en uitwisseling met China te realiseren. Van alles is mogelijk. Zo kunnen gemeenschappelijke onderzoekprojecten bijdragen aan de kwaliteit en kwantiteit van het onderzoek aan de RUG.

Ten eerste moet je gewaarschuwd zijn wanneer er niet over kansen gesproken wordt maar over opportunities. Ten tweede, eindelijk een daadwerkelijk voordeel van de campus in Yantai: gezamenlijk onderzoek maakt de kwaliteit beter. Dat wekt alleen een andere vraag op die de hoogleraren niet beantwoorden: er zijn honderden, veel verstandigere en minder risicovolle maatregelen te verzinnen om de, al zeer internationaal gerichte, onderzoeksprojecten van RUG-onderzoekers te verbeteren. Waarom is juist een campus nodig is om een dergelijk doel te bereiken?

Dat geldt over de hele breedte, van vakken als scheikunde, biologie, life sciences en kunstmatige intelligentie tot en met onderzoek op het gebied van mensenrechten, waarover in China een levendige academische discussie is,

Van alle slechtgekozen woorden in deze brief is ‘levendig’ misschien wel de frappantste. De discussies over mensenrechten in China zijn, helemaal onder president Xi, eerder dodelijk dan levendig. 

  

(…)en marketing; zo heeft Unilever, meteen in het begin, een miljoen euro aangeboden voor marketing-onderzoek.

Deze toezegging was bij DAG niet bekend en lijkt onwaar. Er gaat namelijk helemaal geen marketing-opleiding naar Yantai en er zal voorlopig dus ook geen marketing-onderzoek plaatsvinden.

RUG-medewerkers die dat willen (niemand moet) kunnen hun horizon letterlijk en figuurlijk verbreden en hun carrièrekansen vergroten. Bedrijven zullen graag projecten uitzetten bij een universiteit die twee werelden omspant. Yantai biedt de RUG een concurrentievoordeel waar het gaat om de steeds intensievere, wereldwijde jacht op toptalent, en dat is waar het uiteindelijk om gaat; nu nog staan wij hoog in de rankings, maar dat vraagt om voortdurende inspanningen.

Volgens de hoogleraren bestaan universiteiten om met elkaar de wereldwijde jacht om toptalent met elkaar aan te gaan. Hoe kan het dat deze vermaarde wetenschappers het doel en middel zo zijn gaan verwarren? Alsof het van wezenlijk belang is op welke universiteit bepaalde ontdekkingen gedaan worden. In een waarlijk samenwerkende en internationale wetenschap in ieder geval niet. Hier wordt dus goed duidelijk hoe internationalisering steeds weer misbruikt wordt om juist het tegenovergestelde te bereiken: internationaliseren om te concurreren. Het Yantai-project heeft dan ook niets te maken met internationalisering. Het is eerder een volgende stap in de multinationalisering van universiteiten.

Wie een echt internationale universiteit wil is tegen de campus in China. Internationaliseren doe je namelijk niet door te concurreren, dat doe je door samen te werken. Internationaliseren doe je namelijk niet door je academische vrijheid te grabbel te gooien, dat doe je door partners te zoeken die wél de grootst mogelijke diversiteit aan denkbeelden accepteren. Internationaliseren doe je niet door met je hoofd in de wolken te hangen, dat doe je door met twee benen op de grond je nuttig te maken voor mens en samenleving.

Yantai is een veelbelovend en verantwoord avontuur. Gewoon doen.

Een passender einde van deze brief konden we ons niet wensen. Het is nog net geen VVD-slogan (Gewoon. Doen.) maar de VOC-mentaliteit druipt ervan af. Hoe is het mogelijk dat honderd hoogleraren hún pleidooi voor een campus in Yantai af durven te sluiten met de woorden ‘gewoon doen’? Niet alleen blijkt hieruit dat de hoogleraren zelf ook doorhebben dat ze geen goede argumenten vóór Yantai hebben kunnen verzinnen, ook is het een belediging richting de medezeggenschap (vooral de leden van de personeelsgeleding) die al twee jaar van hun karige tijd besteden aan het doorgronden van de Yantai-plannen.

Conclusie: onvoldoende

Beste hoogleraren, de Yantai-plannen zijn niet zomaar even een avontuurtje. Het openen van een campus heeft grote strategische gevolgen en verandert de aard van de Groningse universiteit. Jullie mogen dankbaar zijn dat jullie vertegenwoordigd worden door twaalf personeelsleden die zich wél bewust zijn van de gevolgen en de risico’s. Omdat democratie aan de RUG nog altijd ver is te zoeken hebben zij instemmingsrecht over de Yantai-plannen moeten afdwingen. Toen het bestuur vervolgens weigerde de medezeggenschap goed te informeren, had het personeel gelukkig ook nog het lef om voorlopig tegen te stemmen.

De afgelopen maanden werkten uw vertegenwoordigers dus talloze onbetaalde overuren om zich voor de aankomende stemming goed te laten informeren. Of ze dan voor of tegen zullen stemmen weten we niet. We weten wel dat zij, wanneer zij hun stem bekend maken, zich er niet zo gemakkelijk van af zullen maken zoals jullie met deze brief hebben geprobeerd. Zij hebben er wél alles aan gedaan om een mening te kunnen vormen die recht doet aan de risico’s voor kwaliteit van onderwijs en onderzoek en de gevolgen voor de universiteit.

Jullie zijn dus allemaal van harte uitgenodigd om deze discussie vanaf de publieke tribune te volgen. De stemming is op 14 december of op 1 februari.

 

One thought on “DAG-leak: hooglerarenbrief ontleed

  1. Pieter Boele van Hensbroek zegt:

    DAG ZOU JUIST VÓÓR YANTAI MOETEN ZIJN
    DAG geeft in haar document “Onze Visie” een heel aantal treffende analyses van de universiteit als ‘diplomafabriek’, van economisme en gebrek aan inspraak, maar als het om Yantai gaat dan is visie plotseling ver te zoeken. Gezien de missie van de universiteit volgens DAG (nl. een “gezamenlijk kennisproject met maatschappelijke belangstelling”) zou je verwachten dat DAG de argumenten van CvB c.s. voor de Yantai campus afwijst, maar vervolgens juist met haar eigen argumenten komt. De gegeven argumenten voor Yantai afwijzen is niet Yantai sowieso af te wijzen.
    DAG zou zich juist de vraag moeten stellen hoe een campus in China zich kan verhouden tot de universiteit als een ‘gezamenlijk kennisproject’ en hoe Yantai kan bijdragen aan haar ‘maatschappelijke belangstelling’. Wat is de DAG visie op de taak van de universiteit in een globaliserende wereld? Wat voor internationale initiatieven hebben we nodig voor echt maatschappelijk relevante en spannende opleidingen? In plaats daarvan zien we in DAG documenten over Yantai een obsessie met het vermijden van risico’s, alsof we met een club van benepen conservatieve provinciaalse kruideniers te maken hebben. Is het ‘progressief’ om bij internationalisering en ongewone, ambitieuze initiatieven alleen op de rem te staan? Sinds wanneer is een ambitieus plan doen per se ‘megalomaan’? En wat is er eigenlijk tegen hoogst ambitieuze plannen? Meer visie, moed en kosmopolitisme graag, DAG!
    Zo een niet-benepen DAG visie zou er als volgt uit kunnen zien. De universiteiten staan door de globalisering voor enorme uitdagingen om werkelijk relevante en belangrijke onderwijservaringen aan te bieden en belangrijke wereldproblemen in onderzoeksthema’s aan te snijden. Bijvoorbeeld doet nu slechts een klein gedeelte van de studenten substantiële ervaring op in andere delen van de wereld, ervaring die je als noodzakelijke horizonverbreding voor studenten kunt zien. Ook als het om de inhoud van programma’s gaat is er veel meer mondialisering als tegengif voor eurocentrisme nodig (Theologie gaat nog vooral over Christendom, Filosofie over westerse tradities, Geschiedenis over het Noord-Atlantische gebied en International Relations over NAVO en EU). Om studenten echt goed op te leiden voor een maatschappelijke rol zal er veel meer moeten gebeuren dan de kleine uitwisselingsprogramma’s die we hebben met Osaka, Yogyakarta etc. Het vereist een mondiaal geschakelde universiteit waarin een meerderheid van zowel studenten als docenten in situaties gebracht worden waarin ze samen werken met collega’s van ver over de landsgrens, de leefwereld elders ervaren en de wereld letterlijk uit verschillende hoeken te leren zien.
    Hoe dit te realiseren? Wel, dat kan op verschillende manieren, maar de Yantai campus kan daar waarschijnlijk echt bij helpen. Dan is het wel nodig dat docenten en studenten makkelijk en massaal kunnen circuleren door een deel van hun opleiding in Yantai te doen (en v.v.) en via Yantai weer gemakkelijk met onze partners in Japan, Zuid Korea, Vietnam en Indonesië contact hebben voor stages, leeronderzoeken etcetera. Yantai wordt een internationale campus met 1/3 Groningse, 1/3 internationale en 1/3 Chinese staf, ook een hele ervaring voor RUG staf. Dat ‘leren’ en ‘ervaren’ betreft ook de minder prettige kanten van China: hoe het is te leven in een controlemaatschappij (een probleem dat we ook hier steeds meer krijgen!), hoe werkt zelfcensuur? Hoe uit onvrede en verzet zich in zulke situaties? Het kan studenten wakker schudden en weerbaarder maken die situaties meegemaakt te hebben.
    DAG zou het Yantai avontuur als een uitdaging moeten zien waar ze zelf mede vorm aan probeert te geven; bijvoorbeeld door bij te dragen aan een studentencultuur op die campus, de studentenvertegenwoordiging, publiek debat binnen die universiteit etc. Er blijven natuurlijk veel kritische punten tav van de opzet in Yantai en veel noodzaak het proces kritisch te volgen, maar stop alsjeblieft met dat treurige gebrek aan visie op de uitdagingen van de globalisering aan de universiteit. De DAG visie van de universiteit als een “gezamenlijk kennisproject met maatschappelijke belangstelling” is hopelijk toch niet een benepen, risicomijdend, provinciaal project!

Reacties zijn gesloten.